woensdag 26 augustus 2009

Wonderdolken

Jij houdt niet van mij.
Je ziet me liever
gaan, dan komen.

Je prachtige ogen, werpen
wonderdolken
naar mijn onbeschermde hart.
En je lacht, als ik
alles doe wat jij me vraagt,
terwijl je voor mijn ogen flirt
met je veroveringen.

Het breekt me iedere keer
dat kleine beetje meer.
En donderwolken pakken samen
rond mijn doorstoken hart.
En bliksemschichten kleuren
de nooit genezen wonden
zilverwit, op het liefdesrood
dat jij zo tergend traag doodt.

Bloemetjes en Bijtjes

Ik schrijf over bloemetjes en bijtjes,
over mannelijke en vrouwelijke lijfjes
die zwemmen in de morgenstond
de hele wijde wereld rond.

Ik schrijf over alle lijfjes
eerder losjes, lang niet stijfjes
die dwarrelen in de middag hitte
schaduw zoekend om te zitten.

Ik schrijf over passie en liefde en lust,
durend voor eeuwig, nooit uitgeblust.
twee lijfjes dansend in het avondrood
gedachten verstrengeld, lekker bloot.

En voor deze lijfjes wacht nu de nacht
vol nieuwe dromen, vol passie pracht...

maandag 10 augustus 2009

Absinth

Volgedronken, in mijn bloed
de gloed die me vergeten doet,
je haar, je lach, je lichaam, jij
je benen zachtjes over mij.

Het waas van tijd, dat jij niet hebt
geen engel die mijn wonden dept,
leeggedronken van mijn bloed
de gloed wordt zwakker, dat doet goed.

Dat vleugje gif, in mijn hart
dat vleugje pijn, dat vleugje smart,
dat liefde heet in een andere taal,
dooft mijn gloed, einde verhaal.

Vleugels

Van elke dag een pluimpje
krijg ik vleugels op mijn rug,
die langzaam groter worden
niet te snel, en niet te vlug.

Ze dienen om te vliegen
in de maanverlichte nacht,
naar het allermooiste plekje
waar ik 's avonds op je wacht.

Daarom zoek ik elke dag één pluimpje
en dat pluimpje steek ik terug,
want van elke dag een pluimpje
krijg ik vleugels op mijn rug.

Vederlicht

Verderlicht, ik raak je
aan de traan in je gezicht.
Teder, dicht, ik roof je
van je laatste levenslicht.

Verderlicht, ik vlieg je
hoog en laag, mijn nieuwe plicht.
Teder, dicht, nog sneller
dan de snelste bliksemschicht.

Toon

Toon me,
niet de plas van je tranen,
niet de plas van je bloed,
maar je eeuwige trouw.
Toon me, wie je bent.
De plas van je tranen en je bloed,
en nog zoveel meer...

Geef me,
wat je geven kan.
Maar, nog niet alles
want het is te vroeg.
Geef me wat je kan,
en ook wat je niet kan en...
Zoveel, zoveel meer.

maandag 3 augustus 2009

Heel Alleen

Vallen, heel alleen
een gevoel van pijn, zo zoet.
Verlangen naar je zorgen,
jouw zorgen doen me goed.
Steeds maar dieper vallen,
wachten op de slag.
Mijn ziel die mee verbrijzelt,
met een hoge schrille lach.

Lachen, heel alleen
zo'n hol en gek geluid.
Niets ervan gemeend
Jij, jij lacht me uit.
Een tranendal dat antwoordt,
je gele ogen in de nacht.
Zo alleen en kwetsbaar licht,
hier heb ik op gewacht.

Sterven heel alleen,
een mes dat in me steekt.
Verlangen naar je adem,
adem, die mij ontbreekt.
Dat kleine beetje sterven,
niemand aan mijn zij.
Geen vriendschap te verwerven,
enkel leegte nog in mij.