Je ogen zijn... een groenig blauw
En als ik ze voor ogen haal
Bespeelt een speelse lach mijn lippen
Bewust en onbewust, een kind dat zoekt
Naar een speelkameraadje. Jou lippen,
Sensueel en zijdezacht, vol en volledig
De mijne... Soms dan toch, het is niet erg
Zolang ze maar nooit van een ander zijn.
Je haren, warrig kort en warrig lang
Waar mijn handen zo graag zijn
Ik ken niemand die zo warrig mooi is
Als jij warrig mooi kan zijn.
En hoewel mijn handen ze nu wel missen
Soms dan toch... het is niet fijn
Veel maakt goed om zeker te weten
Van een ander zullen ze nooit zijn.
Je lichaam heeft een uniek reliëf
Het fascineert mij in elke lijn
Vlak op vlak van berg naar dal
Mijn favoriete stukje, dat ben jij
En zo is alles in je leven van
Levensgroot belang voor mij
Ik bezit je niet, noch vice versa
Maar van een ander zullen we nooit zijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten