maandag 24 november 2008

Hofnar

Ik ben een hofnar, vrolijk fjjn
Ik ben de zot, de harlekijn
Die danst en lacht en zingt en praat
Die zowel op handen als op voeten staat.

U kent mij allen en toch weer niet
U oordeelt slechts met wat u ziet
De act, de rol, mijn rode draad
Mijn gezicht is mijn masker, mijn gelaat.

En in mijn rood en geel en blauw
Ben ik slechts één iemand trouw
Mijn prins te vinden naast de troon
Mijn jongen warrig, wonderschoon.

Doch niemand kent mijn groot geheim
Dat wanneer ik val in kattenzweim
Voor hem, het hof, voor iedereen
Enkel de prins voor wie ik het meen.

Dus kruist u soms een blik met mij
Of dansen we soms zij aan zij
Het gaat steeds weer aan u voorbij
Het licht dat sprankelt diep in mij.

Ach lang niet erg, ik gebruik het klein
Dat wat u bent, kortzichtig zijn
Ik mag dan veel zien, de ironie
Is dat ik het bij mezelf niet altijd zie.

Maar ik dwaal af, met veel kabaal
Terug naar mijn prins en zijn gemaal
En mijn droom van hem te zijn
En mijn draad van hoop, ragfijn.

Dus wacht ik af daar onderaan
Al spelende, de onderdaan
Die ziet wat geen enkel ander ziet
En daar ten volle van geniet

Hij is van mij en niet van hem
Dat benadruk ik met klem
En schrijf het neer in klare taal
Ik ben geen hofnar, maar gemaal.

Geen opmerkingen: